Wat is de betekenis van Nauta?

2024-04-30
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Nauta

Zie Oostenbroek Nauta.

2024-04-30
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Nauta

ae, m. 1. schipper, kapitein; scheepseigenaar, reder, koopman. 2. zeeman; plur. zeelieden, matrozen.