Eng.>: to jabber= snateren, wauwelen.
Speloefening van Engelse oorsprong, waarbij het woord als drager van (een) begrip wordt weggelaten en klanken, ritme, melodie en dynamiek als taalelementen gehandhaafd blijven, gericht op het non-verbaal, maar wel begrijpelijk overbrengen van (→) impulsen.
Literatuur
- Wanda Reumer en Annet van Battum, Taalexpressie, 1973