Een houten trechtervormige toevoerbak midden boven de molenstenen. Het graan verlaat de kaar via de schuddebak en komt door het hart van de bovenste steen (de loper) tussen de molenstenen. Synoniemen: tremel, romp. Het kaar wordt in sommige geschriften ook wel molentrechter genoemd. Het is dan ook niets anders dan een trechtervormige, houten bak die zich boven de molenstenen bevindt en waarin zich een hoeveelheid graan (ca. 50 kg) als tijdelijke voorraad kan bevinden. Feitelijk is het dus een opslag tussen het moment dat het graan uit de zak gegoten wordt en dat het graan zich een weg baant tussen de molenstenen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk