Balletgenre, vooral in zwang in de zeventiende en achttiende eeuw in Frankrijk aan het hof van Lodewijk XIV en XV. De belangrijkste componisten van operaballetten waren Jean-Baptiste Lully en Jean-Philippe Rameau.
Beroemde voorbeelden zijn Lully’s Le Triomphe de l’Amour van 1681, waarin Mlle Lafontaine, de eerste vrouwelijke beroepsdanseres, optrad en Rameau’s Les lndes Galantes van 1735, dat nog steeds op het repertoire van sommige gezelschappen staat.De term wordt thans gebruikt om een ballet in een opera mee aan te duiden, zoals b.v. in Aïda, Carmen en Faust. Het ballet is dan ondergeschikt aan de opera, terwijl in een balletopera de beide kunsttakken evenwaardig zijn.