Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

Gepubliceerd op 31-07-2017

zwaaien

betekenis & definitie

1 (onov ww; zwaaide; h. en is gezwaaid) GY - vanuit hang of steun zich ritmisch heen en weer bewegen door het lichaam van de ene geheven houding naar een andere geheven houding te brengen, daarbij draaiend om het hang- of steunpunt; aan het einde van de bewegingsbaan gaat de voor zwaai over in de achterzwaai of omgekeerd, ook wel het dode punt genoemd.

• Gedurende de gehele zwaaibeweging is het lichaam onderworpen aan de centripetaalkracht. Waar de snelheid het grootst is, dat is dus als het lichaam onder het ophangpunt doorgaat of het steunpunt passeert, daar is de centripetaalkracht het grootst. Hier moet dus ook de knijpkracht om te blijven hangen, of de steunkracht bij steunen, het grootst zijn, omdat én de zwaartekracht (gewicht van het lichaam) én de centripetaalkracht overwonnen moeten worden. (BERGD)

2 (ov ww; zwaaide; h. en is gezwaaid) SP - (ritmisch) heen en weer bewegen, bv. met de armen of benen zwaaien, het vaandel zwaaien (vendelzwaaien).