Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

Gepubliceerd op 27-07-2017

crosscountry

betekenis & definitie

(de; -’s) LO - wedstrijd te voet door het terrein (veld), waarbij hindernissen genomen moeten worden, syn. veldlopen.

• Jaarlijks worden Nederlandse kampioenschappen crosscountry gehouden in het terrein over trajecten van circa 3 km, 4 km, 5 km, 6 km, 8 km, 9 km en 12 km (individueel en verenigings- kampioenschap). (...) Normaal gesproken worden crosscountrywedstrijden georganiseerd gedurende de wintermaanden, na afloop van het baanseizoen. Het parkoers moet uitgezet worden op een open of een bebost terrein dat zoveel mogelijk met gras bedekt is en waarop zich natuurlijke obstakels bevinden, die door de parkoersontwerper gebruikt kunnen worden om een uitdagend en interessant parkoers te maken. Bij voorkeur dienen erg hoge obstakels, diepe greppels, gevaarlijke stijgingen of dalingen en dicht kreupelhout vermeden te worden. (ATLEW)

Herkomst: van Eng. cross-country, van to cross (kruisen, doorkruisen) en country (land, terrein)