(de; atleten; atlete) 1 SP - oorspronkelijk iem. die atletiek beoefent, tegenwoordig ook in algemene zin gebruikt: iem. die sport beoefent.
2 AT - iedere deelnemer aan een atletiekwedstrijd SU van Lat. athleta (kampvechter, atleet), van Gr. athletes (kampvechter, worstelaar of vuistvechter van beroep)