De thomsongazelle, in de wandeling tommie genaamd, is een kleine antilope waar men in Oost-Afrika eigenlijk altijd naar moet kijken, zowel omdat het zo’n sierlijk, kittig dier is, als omdat er buiten de bewoonde wereld steeds wel exemplaren te zien zijn. Al is het niet meer gelijk vijftig of honderd jaar geleden toen miljoenen en miljoenen de Afrikaanse vlakten bevolkten.
Toch kan men in sommige streken, zoals Serengeti in Tanzania, nog een goede indruk krijgen hoe het vroeger moet zijn geweest. Tommies zijn niet bijzonder schuw, vooral niet als ze in grote kudden bijeen zijn. Ook de bokken die hun vaste territorium hebben betrokken, laten zich niet snel verjagen – waarover meer onder het hoofdstuk gazellen. Als de gazellen worden gealarmeerd, maken ze een aantal vreemd stoterige sprongen, waarbij kop en staart omhoog en de poten stijf worden gehouden. Wijfjes doen dat ook als hun jongen door een klein roofdier, een jakhals bijvoorbeeld, worden bedreigd. Ze blijven als een houten hobbelbeest voor de vijand staan springen, wat onweerstaanbaar diens aandacht trekt. Men heeft er eens een geobserveerd die zo meer dan een uur bleef staan dansen. Met succes want op de duur liep de vijand weg en was het vlakbij in het gras verborgen jong gered.
■ Totale lengte 115-130 cm; staart 20-25 cm; schouderh. 55-65 cm; gewicht 20-25 kg. Wijfjes kleiner. Beide seksen hebben hoorns, van wijfjes dun en kort. Hoorns bok 30-35 cm; record ruim 43 cm.
Roodbruin op rug, iets lichter op flanken, waar scherpe zwarte of donkerbruine streep afscheiding vormt met witte buik. Kop roodbruin, zwarte plek boven neus, witte lijn van boven tussen ogen naar neusvleugels, zwarte lijn van ooghoek naar bovenlip. Zwarte staart met kwast.
Voedsel: Voornamelijk gras.
Draagtijd ong. 5 mnd; gewoonlijk 1, zelden 2 jongen.
Zeer snel; halen 55-60 km per uur. Staartje is altijd in beweging. Zie ook gazellen en antilopen.
Thomson’s Gazelle • Thomson-Gazelle • Gazelle de Thomson
Gazella thomsoni.
