Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Ringslang

betekenis & definitie

Het is nog maar enkele tientallen jaren geleden dat in Artis jaarlijks tientallen ringslangen werden binnengebracht; in 1949 waren het er 73, het volgende jaar 81 en in 1951 zelfs 109. Daarna is het langzaam aan minder geworden.

Tegenwoordig wordt er nog maar zelden een aangeboden. Er valt uit te concluderen dat de ringslang in ieder geval rondom Amsterdam praktisch is verdwenen. Vroeger kwamen ze veelvuldig voor langs de IJsselmeerdijken. Zeer veelvuldig moet het wel geweest zijn, want exemplaren die in Artis terechtkwamen, waren slechts een fractie van degene die er werden gevonden. De meeste werden echter zo gauw mogelijk … gedood. Een reactie van vele mensen wanneer ze een slang zien. Bij de ringslang helemaal ten onrechte, want hij is niet alleen volkomen ongevaarlijk, maar bovendien tot op zekere hoogte nuttig door het consumeren van schadelijk klein gedierte. Het enige ‘gevaarlijke’ dat een ringslang doet wanneer hij in het nauw wordt gebracht, is luid sissen en het afscheiden van een erg stinkend vocht door achter de staartwortel gelegen klieren.

Ongetwijfeld is het niet alleen de onberedeneerde angst van de mens geweest, die de slang in vele streken van ons land heeft doen uitsterven. Hoofdzaken zullen zijn het inkrimpen van zijn woongebied – moerassen, sloten, meren, dijken – en het verdwijnen van zijn daarin en daarbij levende prooidieren, zoals kikkers, salamanders, visjes, muizen en dergelijke.

Ringslangen kunnen uitstekend zwemmen en duiken en zijn dol op de zon, waar zij zich overdag tussen stenen en op andere beschutte plaatsen graag in koesteren. Ze leven in een aantal ondersoorten in vrijwel geheel Europa.

Totale lengte 70-100 cm; kunnen langer worden, tot 2 m.

De kleur kan zeer variëren, van vrijwel zwart tot olijfgroen en lichtbruin, al dan niet met vlekken of streepjes. Meestal twee lichtgele plekken op hals vlak achter kop die elkaar soms raken en ring vormen.

Voedsel: Allerlei waterdieren, kikkers, salamanders, visjes, insekten. Ook muizen.

Ongeveer 2 mnd. na paring legt wijfje ’s zomers op vochtig warme plaats 10-30 eieren, soms meer. Komen, al naar gelang temperatuur, in 7-10 weken uit. Jongen zijn 15-20 cm lang, kunnen direct goed zwemmen; eten waterinsekten en kunnen dus als zeer nuttig worden beschouwd.

Wordt wel voor adder aangezien. Deze leeft echter op droog terrein en is herkenbaar aan rugstreep van donkere ruitjes. Bij twijfel altijd van iedere slang afblijven; er ontsnappen soms wel min of meer giftige uit terraria van liefhebbers.

Zie ook slangen.

Grass-snake • Ringelnatter • Couleuvre à collier

Natrix natrix

Ringslangen komen in een aantal ondersoorten in praktisch geheel Europa voor, ook in Scandinavië, tot in het Nabije Oosten. Zowel in Zuid-Europa als elders in de wereld komen talloze verwante soorten voor.

< >