Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Pillenkevers

betekenis & definitie

De eerste keer dat ik ze, buiten het insektenhuis van Artis, echt goed in de weer zag, was in Oost-Afrika toen ik op een lange steenslagweg reed die na een hevige regenbui net weer was opgedroogd. Een aantal keren had ik een eindje voor de auto al iets vreemds en zwarts over de weg zien hollen, maar de kuilen, gaten en brokken steen eisten al m’n aandacht en bovendien ging het ‘ding’ zo snel dat het al in de berm verdwenen was als ik ter plaatse kwam.

Op een beter en gladder stuk bushweg, dat ik een heel eind kon overzien, wemelde het van die zwarte zowel naar links als rechts, ik zou haast zeggen rollende of schuifelende dingen. Wat snelheid betrof, leken het knaagdieren, maar het model was volkomen anders dan ik ooit van een dier had gezien. En dus stopte ik om behoedzaam een kijkje te nemen. Het waren pillenkevers, heel bedrijvig bezig grote ballen zebra- en buffelmest over de weg te rollen, met een snelheid die ik bij deze toch betrekkelijk kleine kevers – vijf tot zes centimeter – niet voor mogelijk had gehouden. Vooral niet omdat ze in achterwaartse richting op hun voorpoten liepen en met de midden- en achterpoten een bal mest van al gauw vier centimeter voortduwden, die misschien wel tien maal zo zwaar was als zijzelf. Het was een kostelijk gezicht, de kevers zo bezig te zien.

De mestvoorraad scheen onuitputtelijk, want langs de ene kant van de weg had kennelijk een grote kudde buffels gebivakkeerd, aan de andere kant zebra’s, waarvan ik er nog enkele tientallen in de verte nieuwsgierig zag toekijken. De kevers bij de mesthopen waren koortsachtig bezig om brokken mest los te maken. Dat gebeurde met behulp van de zware kopschilden en de in verhouding tot de achter- en middenpoten slechts korte, maar duidelijk tot graafwerktuigen omgebouwde voorpoten. Zodra een stuk was losgewerkt, namen ze het, op de voorpoten staande, tussen de vier andere poten en begonnen er aan de bovenkant tegen te duwen, zoals een kind aan het maken van een sneeuwbal begint. Dat staat er alleen niet bij op de handen! Al na een paar duwtjes begon de mest een ronde vorm te krijgen, die spoedig was vervolmaakt doordat de dieren de aanvankelijk ontstane rol behendig ook aan de zijkanten bewerkten. In verbluffend korte tijd was de pil ontstaan, die de kevers hun naam heeft bezorgd.

Daar er aan de buitenkant, als een soort paneermeel, wat zand en aarde bleef plakken, en de zon die ‘schil’ deed drogen en verharden, was spoedig een heel goed verrolbare bal verkregen, die met rap pootgewriemel over de weg werd getransporteerd. Waarom de ‘zebrakevers’ en de ‘buffelkevers’ ieder nu juist naar hun overkant van de weg wilden, werd me niet duidelijk; wel werd de bedrijvigheid er, door de tegen elkaar in hollende kevers, nog groter door. Soms draafden er drie, vier torren achter een bal aan. Aanvankelijk dacht ik aan een zekere samenwerking, maar alras bleek, dat er sprake was van profiteurs die de door een ander gemaakte bal probeerden in te pikken. Even was er een schermutseling en dan holde er één met de buit verder, naar ik hoopte de rechtmatige eigenaar. Na tien minuten kijken werd me duidelijk dat er in heel korte tijd een onvoorstelbare hoeveelheid mest werd vervoerd – of eigenlijk afgevoerd.

Al is het dan niet het doel van de kevers, toch wordt er door hun werk bereikt dat mest snel en doeltreffend wordt opgeruimd – en onder de grond verdwijnt; een goede, natuurlijke bemesting dus die de bodem zeer ten goede komt. Pillenkevers leven van mest – mestkevers worden ze ook wel genoemd. Als ze ergens een geschikt plaatsje hebben gevonden, kruipen ze onder de bal en duwen er met het kopschild het zand onder weg. Door iedere grondverplaatsing zakt de bal een klein stukje in de grond tot hij helemaal is verdwenen. Dan sluit de kever de opening af en kan hij zich rustig aan de maaltijd zetten. Dat hij de mest niet direct nuttigt waar deze is neergelegd, heeft een paar redenen. Door de felle zon zou de zaak spoedig verdrogen en als voedsel onbruikbaar worden en bovendien zou de eter steeds door hongerige soortgenoten worden gestoord. Onder de grond heeft hij de tijd aan zichzelf.

Pas als de portie helemaal op is, hoeft hij opnieuw op zoek te gaan naar eten. De kevers kunnen zonodig een hele tijd, verscheidene weken, op een bal teren.

De mestballen worden niet alleen gebruikt als voorraad voor de kever zelf, maar door een aantal soorten ook als voedsel voor de jongen. In dat geval maakt het wijfje een wat groter gat om de pil in op te bergen. In het hol wordt het zaakje opnieuw gekneed en van een holte voorzien, waarin een ei wordt gelegd. Het keverwijfje krabt de ingang van de broedholte dicht en gaat haar weg. De na verloop van tijd uit het ei gekropen larve, is als het ware ingekapseld in voedsel. Hij eet wat hij eten kan, maar precies zoveel dat de buitenwand van de bal tot op enkele millimeters intact blijft. Na enige tijd kruipt hij als kever uit de cocon, graaft zich naar de oppervlakte en gaat op zoek naar voedsel, naar mest. Z’n feilloos en tot op zeer grote afstanden werkende reuksprieten vertellen hem, waar zojuist door een of andere grazer een portie is gedeponeerd.

Pillenkevers behoren tot een vele duizenden soorten tellende familie die over praktisch de hele wereld is verspreid. Echte pillenkevers komen voornamelijk in de warmere streken voor. Daarnaast zijn er mestkevers, dieren dus die wel van mest leven maar er geen ballen van maken; hiervan komen ook soorten in ons land voor. Tevens zijn er die zich met menselijke uitwerpselen bezighouden, in tropische gebieden een belangrijk hygiënisch werk omdat met de uitwerpselen ook eventuele besmettelijke parasieten onder de grond verdwijnen. Tot de familie behoren eveneens de bekende meikever en julikever.

De beroemdste is echter ongetwijfeld de heilige pillenkever of scarabee, die in het oude Egypte heilig was als symbool van de hergeboorte na de dood. De verschijning van een jonge kever uit de grond en uit mest, werd beschouwd als herleving van het afgestorven moederdier, als de cirkelgang van het leven.

< >