Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Oehoe

betekenis & definitie

De meeste mensen houden niet van uilen, maar wie ze eenmaal goed heeft leren kennen, is dol op ze. Ook op de oehoe, de grootste uil die Europa kent, een machtig dier.

Al behoort hij niet tot de echte roofvogels, toch is hij een verwoede jager die zelfs vrij grote dieren als hazen, hoenders of reekalveren met de krachtige klauwen en snavel in enkele ogenblikken weet te doden. Net als bij alle nachtuilen bestaan zijn vleugels uit bijzonder zachte en soepele veren waardoor hij volkomen geruisloos kan vliegen en zijn prooi onhoorbaar overvalt. De perfekte nachtogen stellen het dier in staat in bijna volslagen duisternis – als het echt helemaal donker is kan geen enkel oog iets ontwaren – toch nog goed te zien, tot het kleinste muisje toe. Het gebeurt maar zelden dat ze zich in gevangenschap zo goed thuisvoelen dat ze er ook broeden. In Artis is het vele malen gebeurd. Twee in de tuin geboren oehoes hebben er eens vele jaren geleefd zonder ook maar de geringste neiging tot nestelen, zodat men aannam met twee wijfjes te doen te hebben. Later bleek hoe schromelijk men zich had vergist; uit een door een der vogels gelegd ei kroop althans een uilskuiken. In een Duitse dierentuin broedden eens twee oehoeparen tegelijk in één kooi. Toen bij een van de twee jongen te voorschijn kwamen, hield de ander op slag met broeden op en begon zich met de opvoeding van het kroost te bemoeien, haar eigen eieren in de steek latend.

Vermoedelijk werd het vreemde gedrag veroorzaakt door het feit dat oehoes in de natuur in afzondering broeden en nooit in de buurt van soortgenoten. Zodra het tweede wijfje het geluid van om voedsel vragende jongen hoorde, werd haar broeddrift kennelijk overstemd door de opwellende verzorgingsdrang.

In het wild leeft de oehoe in Europa en Azië, van de koude bosgebieden in het noorden tot de hete woestijnen in het zuiden. In Afrika en Amerika leven verwante soorten. In het uiterste noorden wordt zijn plaats ingenomen door de sneeuwuil.

Totale lengte 65-75 cm, vleugelspreiding 1.50-1.60 m. Lange oorpluimen.

Bovenzijde bruin met donkere vlekken en strepen, buik lichtbruin met donkere lengtestrepen en fijne dwarsstreepjes. Oranjekleurige ogen.

Voedsel: Allerlei dieren, van grote insekten, muizen en kikkers tot jonge reeën.

Broedt in holle bomen, rotsspleten, gaten in muren. 2-3, soms meer witte eieren; broedtijd 34-36 dagen. Wijfje broedt van eerste ei af; jongen komen met tussenpozen van enkele dagen ter wereld.

Oudste oehoe in gevangenschap 68 jaar. Zie ook uilen.

Eagle Owl • Uhu • Hibou grand-duc

Bubo bubo.

< >