Al is niet elke aquariumhouder dol op ze door de troebeling die ze veroorzaken bij het doorsnuffelen van de bodem, toch zijn modderkruipers grappige en interessante visjes die best een plaats in een aquarium verdienen. Waarbij dan wel een paar voorzorgen in acht moeten worden genomen.
Het zijn veelal zeer sociale dieren die zich alleen in elkaars gezelschap thuisvoelen. Zet men er een tussen andere visjes dan is de kans groot dat hij zijn medebewoners lastig valt. Zodra er meerdere bijeen zijn, gedragen ze zich echter meestal vriendelijk. Het zijn merendeels langgerekte en vaak kleurige visjes met voor vissen koddige snuiten, wat wel veroorzaakt zal worden door het pruikje als een hangsnor aan de bek zittende voeldraden. Vele honderden soorten zijn er, verspreid over praktisch geheel Europa en Azië, Indonesië inbegrepen, in afmetingen variërend van drie tot dertig centimeter. Al suggereert de naam anders, toch wroeten ze lang niet allemaal bij voorkeur in de modder; vele soorten prefereren een schone, heldere rivierbedding van zand of kiezelsteen. Het ook in ons land voorkomende bermpje is er zo een. De eveneens inheemse grote modderkruiper is daarentegen vooral in sloten en ander stilstaand water te vinden. Weeraal wordt hij ook wel genoemd omdat hij door onrustig zwemmen een binnen 24 uur losbarstend onweer zou voorspellen.
Iets hiervan zal misschien wel waar zijn omdat hem de eigenschap niet alleen plaatselijk maar over zijn gehele Europese verspreidingsgebied wordt toegedicht. In de winter en in droge tijden kruipt de weeraal in de modder weg. Om in weinig zuurstofrijk water te kunnen leven kent hij – en met hem enige andere in stilstaand water thuishorende soorten – de zogenaamde darmademhaling. De vis hapt atmosferische lucht op, waaruit de zuurstof via de darmwand in het bloed wordt opgenomen. Zo kan hij vele weken lang in zuurstofvrij water en zelfs in de modder blijven leven.
Een aantal soorten heeft voor of onder het oog een meer of minder grote stekel, die kan worden bewogen en vastgezet. Ofschoon niet helemaal duidelijk is waar de punt voor dient, neemt men veelal aan dat het een verdedigingswapen is. Waarom de stekel bij andere soorten dan heel klein is of zelfs verborgen in de huid, is een open vraag.