Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Lippenbeer

betekenis & definitie

Door hun dunbehaarde, zeer beweeglijke, slurfachtige snuit en dikke en plompe lichaam zien lippenberen er koddig uit. De merkwaardige als van rubber vervaardigde neus en, meer nog, de heel rekbare lippen, kunnen in alle gewenste richtingen worden gedraaid en tot een soort lange buis worden gevormd.

Uiteraard niet ten gerieve van het geamuseerde publiek in de dierentuin, al weten de beren door hun grappige grimassen heel wat lekkers uit tas of zak te lokken. In werkelijkheid zijn het prima aanpassingen aan hun leefwijze als belagers van termieten, mieren en andere insekten, vooral als deze in groten getale bijeen zijn. Een lange, soepele snuit is in feite kenmerkend voor insektenetende dieren. Met goede hulp van de zware, bij het lopen nogal onhandige, sikkelvormige klauwen, kunnen steenharde termietenheuvels worden opengereten, waarna de verschrikt te voorschijn gekomen insekten met de langgetuite lippen worden opgeslurpt. Of opgezogen. En dit laatste gebeurt met behoorlijke kracht, als door een stofzuiger.

Heel wat snoepjes ziet men in de dierentuin op deze manier van een afstandje in de bek van de lippenbeer verdwijnen. In de natuur zullen ze van deze eigenschap druk gebruik maken bij het leegslobberen van wilde bijennesten, waarbij het ze zowel te doen is om de insekten als om de honing, waar ze dol op zijn. Er wordt beweerd dat ze de lippen aan de toegangsopening van een mierennest zetten en dan de hele levende inhoud opzuigen. Blazen kunnen ze ook uitstekend; mogelijk ontdoen ze hun prooi zo van stof en ander vuil. De specialisatie is er de oorzaak van dat het gebit nogal zwak is; de dieren hebben het amper nodig. De middelste snijtanden ontbreken geheel, waardoor er des te beter geslurpt kan worden. Om te vechten – onderling wordt er vooral door jonge exemplaren wel een robbertje geknokt – gebruiken ze de geklauwde voorpoten. Staande op de achterpoten proberen ze als boksers elkaar een flinke tik te geven. Veel effect heeft dat niet, want de beren hebben een bijzonder dikke vacht, waar moeilijk doorheen is te komen. Oudere lippenberen zijn tamelijk rustig van aard.

In tegenstelling tot de jeugd, die vooral overdag actief is, prefereren zij de nacht om voedsel te zoeken. Overdag liggen zij in natuurlijke of zelfgegraven holen te slapen. Zij zijn weinig agressief en gaan mensen bij voorkeur uit de weg. Alleen een moeder met jongen schijnt, ter bescherming van haar kroost, zeer aanvalslustig te zijn. Voor het overige is er weinig over het gedrag van deze dieren in het wild bekend. Van de voortplanting weten we iets dank zij geboorten in de dierentuinen van San Diego, Jaipoer in India en Leipzig. Dat er maar zo weinig in gevangenschap ter wereld zijn gekomen zal wel te wijten zijn aan het feit dat ze er maar zelden in worden gehouden.

Totale lengte 1,50-1,80 m; staart 10 cm, schouderh. 80-90 cm, gewicht 120-140 kg.

Lange en dikke, zwarte tot donkerbruine vacht, lichte snuit en ‘wenkbrauwen’, grote V-vormige tekening op borst.

Voedsel: Insekten, vooral termieten en mieren, fruit, honing, suikerriet, jonge spruiten.

Draagtijd ong. 7 mnd; 1-2, zelden 3, jongen worden in hol geboren. In San Diego ogen na 21 dagen open, na 2 mnd. voor het eerst buiten.

Jonge dieren worden vaak door moeder op rug gedragen. Worden dan wel uit dikke vacht gezwiept als wijfje zich uitschudt. Jongen zeer speels. Zie ook beren.

Sloth Bear • Lippenbär • Prochille lippu, Ours jongleur

Melursus ursinus.

< >