Lemuren noemden de Romeinen de kwaadaardige geesten van overledenen die rusteloos bleven ronddolen. Lemuren ook heeft men een groep eigenaardige, tot de ►halfapen behorende, primitieve dieren genoemd die Madagascar bewonen.
Waarom is niet duidelijk. Misschien heeft de rode weerkaatsing van de ogen van sommige soorten er iets mee te maken. Of hun flitsende bewegingen en sprongen, zo snel, dat ze eensklaps schijnen te zijn verdwenen. De lemuren vertegenwoordigen op het eiland de apenfamilie. Natuurlijk zijn het niet meer van die uiterst primitieve dieren die oorspronkelijk, tientallen miljoenen jaren geleden, op het eiland woonden. Op hun eigen wijze hebben ze zich er ontwikkeld en aan allerlei milieus aangepast. Er waren op Madagascar dichte en open bosgebieden, kale rotsen en begroeide berghellingen, droge en vochtige, hete en koele streken. In al die milieus zochten lemuren zich een eigen plaats; thans nog maken ze er bijna de helft van de zoogdierfauna uit. Er zijn veel meer soorten geweest.
Door allerlei oorzaken – waarbij ook de mens z’n partijtje meeblies – zijn er vele uitgestorven. In drooggevallen moerassen heeft men fossiele resten gevonden van soorten die er vroeger leefden, onder andere exemplaren ter grootte van een klein paard, die geheel waren berekend op het leven in het moeras. Thans is de grootste de vrijwel staartloze indri of babakoto, zoals hij op Madagascar wordt genoemd. Het is een ongeveer tachtig centimeter lang, opvallend wit en zwart getekend dier dat wel als plaatsvervanger van de mensapen op het eiland wordt beschouwd. Eigenlijk is de indri geen vertegenwoordiger van de echte lemuren, al is hij er nauw mee verwant. Dat geldt mede voor het wonderlijke vingerdier, ook wel aye-aye genoemd, een vrij grote halfaap met een lichaamslengte van een centimeter of veertig en een dikke, pluizige staart die nog tien of twintig centimeter langer is.
Het dier vormt in z’n eentje een aparte, tegen de lemuren aanleunende familie. Het opvallendste zijn de klauwen die hij, met uitzondering van duim en grote teen, aan vingers en tenen draagt. Heel lang en dun is die van de middelvinger. Met behulp ervan worden insekten en larven uit hun schuilhoeken gehaald.
De echte lemuren zijn fraaie en grappige dieren. De meest opvallende is de ►katta of ringstaartmaki met z’n roodachtigbruine pels, witte snuitje en zwart omrande ogen. Door hun uitzonderlijke verschillen in kleur werden mannetje en wijfje van de ►moormaki vroeger als aparte soorten beschouwd. Zeldzame lemuren die, meer nog dan de andere soorten, met uitsterven worden bedreigd, zijn de ►mongoz- of bruine maki’s. De nietigste is de ►muismaki.
Alle halfapen van Madagascar hebben het van het begin van deze eeuw af zwaar te verduren. Pas sinds kort zijn er beschermende maatregelen genomen. Voldoende zijn die nog lang niet. Bovendien zijn de tot reservaat verklaarde gebieden aan de kleine, mogelijk wel te kleine kant. In ieder geval is er nu een begin. Met internationale hulp moet het mogelijk zijn de lemuren en aanverwanten op Madagascar een veilige toekomst te verschaffen. Dat zijn we aan ze verplicht, want waarschijnlijk gaat het om diervormen die als de oudste en meest oorspronkelijke onder onze verwanten in het dierenrijk kunnen worden beschouwd.