Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Koala

betekenis & definitie

In Europa zal men het kostelijke koalabeertje – prototype van de teddybeer – niet in een dierentuin aantreffen. Buiten zijn Australische vaderland zijn het alleen de dierentuinen van San Diego en San Francisco in de Verenigde Staten waar het dier wordt gehouden.

Daar, in een klimaat dat veel overeenkomt met dat van Australië, kunnen eucalyptusbomen groeien, de enige voedselplanten waarop de koala kan gedijen. Hij is helemaal op de bladeren ervan gespecialiseerd – hij ruikt zelfs vaak naar eucalyptus, naar hoestbonbons. Toch kan men niet volstaan met de ‘beertjes’ – het zijn geen echte beren maar buideldieren – zomaar op een eucalyptusboom te zetten. Ze moeten verschillende soorten tot hun beschikking hebben, waarheen ze al naar gelang het seizoen verhuizen. Hoe noodzakelijk dit is, bleek in een Australische dierentuin waar men een aantal koala’s op, naar men meende, hun lievelingsboom zette, een zogenaamde mannaboom. Binnen een paar dagen waren ze dood.

Bij onderzoek bleken de bladeren van de boom veel blauwzuur te bevatten, een zwaar vergif. In jonge spruiten aanzienlijk meer dan in oude bladeren. Zodra de blaadjes uitlopen, plegen de koala’s derhalve naar een andere boomsoort te gaan. De bladeren van sommige eucalyptussoorten bevatten stoffen die de lichaamstemperatuur verhogen; door het eten van andere wordt deze juist verlaagd. Daarom nuttigen de koala’s in koude streken of koude perioden de bladeren van de eerste, onder warme omstandigheden die van de laatstgenoemde soorten. Alleen die eisen al maken het bijzonder moeilijk, koala’s in gevangenschap te houden. In de dierentuin van San Diego groeien meer dan 35 soorten eucalyptusbomen. Daaronder bevinden zich vier soorten die door de beertjes worden geprefereerd. Tweemaal per dag worden er verse bebladerde takken voor ze gesneden. Er zijn altijd wel drie tot vijf soorten bladeren voorhanden, zodat de dieren zelf kunnen kiezen wat ze willen hebben. Gezien de zich met het seizoen wijzigende voorkeur moeten de in gevangenschap levende exemplaren doorlopend worden geobserveerd opdat ze steeds het op dat moment meest favoriete voedsel krijgen.

De koala’s zijn niet alleen voor hun voedsel maar ook voor de vochtvoorziening op de bladeren aangewezen; ze drinken namelijk niet. De naam ‘koala’ schijnt dan ook te zijn afgeleid van een inheems Australisch woord dat ‘drinkt niet’ betekent.

Het is eigenlijk vanzelfsprekend dat het menu van tamelijk harde, veel etherische oliën bevattende bladeren speciale aanpassingen van het spijsverteringsstelsel vereist. De koala’s hebben een buitengewoon grote blindedarm die tussen de 1,80 en 2,50 meter lang is en die bij de voedselverwerking een soortgelijke rol schijnt te spelen als de serie magen bij herkauwers. In de maag van de koala wordt het voedsel weliswaar wat voorverteerd maar het orgaan dient toch voornamelijk als eerste opslagplaats. In de blindedarm leven microörganismen die de cellulose van de bladeren in verteerbaar materiaal omzetten en die tevens zorgen voor de vorming van vitaminen B.

Gelijk alle buideldieren worden koala’s als heel nietige, nog onherkenbare diertjes geboren. Ongeveer zes maanden blijft de kleine daarna in de buidel van de moeder, waar hij melk te drinken krijgt. Daarna wordt hij op een wel heel bijzondere wijze gevoed. Hij krijgt dan de … uitwerpselen van de moeder te eten. Niet de echte natuurlijk, maar voorverteerd voedsel dat door de moeder via de endeldarm wordt afgescheiden. Om het dan nog veel in de buidel verblijvende jong gemakkelijk te maken, is de broedzak niet naar voren of naar boven geopend, zoals bij kangoeroes, maar naar achteren.

Met dit voedsel, dat er uitziet als gemalen eucalyptusbladeren, krijgen de jongen ook iets mee van de bacteriënflora die voor de cellulosevertering in de blindedarm onmisbaar is. Waarschijnlijk is deze manier van voeden om die reden ontwikkeld.

Nog geen honderd jaar geleden kwamen koala’s over nagenoeg geheel Australië in grote aantallen voor. Bij miljoenen zijn ze omgekomen bij het afbranden van bossen om ruimte te scheppen voor schapenteelt. Bij miljoenen zijn ze neergeknald om hun vacht – en zomaar. Gelukkig worden ze thans op een aantal plaatsen streng beschermd.

Toch blijft hun situatie hachelijk. Een besmettelijke ziekte, een schimmelinfectie die het centrale zenuwstelsel aantast, heeft bijvoorbeeld zeer recent heel veel slachtoffers gemaakt.

Totale lengte 65-85 cm; staart is rudimentair. Gewicht 8-15 kg. Grote kop en opvallende neus; grote harige oren.

Grijsbruin op rug; licht, tot wit aan buikzijde.

Voedsel: Bladeren van diverse soorten eucalyptusbomen.

Draagtijd 25-30 dagen. Gewoonlijk 1 jong, zelden 2; jong is ong. 2 cm lang en weegt ruim 5 gr. Gaat daarna ong. 6 mnd. in buidel. Kunnen na ruim een jaar jongen krijgen.

Typische boombewoner. Leeft in groepjes, geleid door mannetje. Zachtaardige dieren. Huilen als kind indien gewond. Kunnen zeker 20 jaar worden.

Zie ook buideldieren.

Koala • Koala, Beutelbär • Koala

Phascolarctos cinereus.

< >