Op drie van elkaar gescheiden gebieden in de wereld kan men knobbeleenden vinden: een soort in Afrika en Azië, een nauw verwante in Zuid-Amerika. Wat leefwijze betreft lijken ze op de wilde muskuseend uit Zuid-Amerika – die onder meer in witte gekweekte vorm overal ter wereld als huisdier kan worden aangetroffen.
Ondanks het grote verspreidingsgebied schijnen de knobbeleenden nergens in bijzonder grote aantallen voor te komen. In Afrika, met een maximum aan leefruimte, zag ik overal bij het water wel talloze nijlganzen en andere eendachtigen maar gewoonlijk slechts een enkele knobbeleend. De dieren zijn al op grote afstand te herkennen aan de kam, een platte, rubberachtige en rechtopstaande ‘schijf’ die de mannetjes op de snavel dragen, en aan de witte borst met zwart gespikkelde kop en hals. Gewoonlijk leven de knobbeleenden in kleine troepjes, zelden in paren – dit laatste ook niet in de broedtijd. De woerden vechten dan verwoed met elkaar om de dames die vrij gauw na de paring weer hun eigen weg gaan. De woerd zoekt direct een andere dame. In gevangenschap is het, gezien het gedrag van de woerd, noodzakelijk dat er minstens drie of vier eenden op één woerd worden gehouden. Bij minder wijfjes lopen deze kans door het mannetje te worden doodgejaagd. Ook in de natuur houden de heren er dikwijls een harem van vier of vijf dames op na.
Deze schijnen de eieren soms in één nest te deponeren. In India heeft men, een record, er 47 in een nest aangetroffen.
De knobbeleenden leven gewoonlijk in de buurt van water. Ze worden vaak, ver van het land, midden op grote meren aangetroffen en in Afrika schijnen ze de enige eenden te zijn die het open water van het Tanganyikameer bewonen. De nacht brengen ze meestal in de bomen door. Voor het zoeken van voedsel trekken ze soms ver het binnenland in, waar ze op maïs- en rijstvelden grote schade kunnen aanrichten.
■ Totale lengte 65-70 cm; wijfje kleiner.
Kop en hals wit met zwarte spikkels. Onderzijde wit. Rug, vleugels en staart zwart met groene, purperen en blauwe glans. Woerd heeft zwarte knobbel op zwarte snavel. Deze is in paartijd extra groot.
Voedsel: Waterplanten, gras, zaden enz. ook insekten.
Eenvoudig nest in gras, riet, holle boom e.d.; 6-10 eieren, vaak meer; door wijfje uitgebroed in 31 dagen.
Wordt ook knobbelgans en kamgans genoemd. Goed in gevangenschap te houden. Zie ook eenden, ganzen en zwanen.
Knob-billed Goose, Comb Duck, Nakta • Höckergans • Oie à casque, Sarcidiorne à crête, Canard à lobe
Sarkidiornis melanotos.