Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Klapperdief

betekenis & definitie

Al heeft hij, behalve in de prille jeugd, z’n achterlijf niet in een leeg slakkehuis gestoken maar tegen de onderzijde van het lichaam gebogen, toch is de klapperdief een heremietkreeft. Een landbewonende en een zeer grote bovendien.

De naam klapperdief of kokosdief zegt dat hij iets met kokosnoten te maken heeft. Hij lust er wel een stukje van maar dat hij ze met de bijzonder zware en krachtige scharen zou openbreken of kapot hameren, is een reeds lang bestaand, bijna onuitroeibaar sprookje. Op sommige van de eilanden in de Stille en Indische Oceaan waar hij voorkomt, op de Nicobaren bijvoorbeeld, beweren vele bewoners dat hij helemaal geen kokosnoten eet. Wel jonge scheuten van de palmboom – en andere, vooral vetrijke noten die hij, als uitstekende klimmer, soms zelf uit de bomen haalt. Verder consumeert hij dierlijk voedsel, speciaal verwanten, zoals krabben en eventueel zieke soortgenoten; en klein dood gedierte als ratten, muizen en vogels. Overal waar hij door vijanden wordt vervolgd, mens of dier, zijn klapperdieven uitgesproken nachtdieren die zich overdag schuilhouden in holen, spleten, onder boomwortels en soortgelijke plaatsen. Zelfs bij helder maanlicht schijnen ze daar te blijven. Anderzijds komen ze soms wel op donkere, regenachtige dagen te voorschijn.

Als landdier bezit de kokosdief longen en geen kieuwen zoals de in zee levende heremietkreeften. De longen worden door de kreeft vochtig gehouden door er met het speciaal daarvoor ‘omgebouwde’ vijfde paar looppoten vocht in te brengen dat eerst is overgenomen van de kaak- of de schaarpoten. Die zogenaamde longpoten doen ook dienst bij het schoonhouden van de eieren die het wijfje een aantal weken aan het achterlichaam meedraagt. De eieren worden ermee vochtig gehouden, schoongemaakt en, als ze niet helemaal goed zijn, naar de bek gebracht om te worden opgegeten.

Tot ong. 40 cm lang en 20 cm breed. Stevige krab met zware poten en scharen. Het ongepantserde maar tamelijk verkalkte achterlijf is onder lichaam gebogen.

Gele, groene en bruine pasteltinten in verschillende schakeringen met donkere en lichte ronde vlekjes.

Voedsel: Allerlei noten, bladeren, jonge scheuten; kleine dode dieren en levende soortgenoten of verwanten die tot in hol worden vervolgd.

Eieren worden in kleine trosjes 3-4 weken door wijfje aan achterlichaam meegedragen. Enkele minuten nadat de eieren in het water zijn gedeponeerd, komen de larven uit. Zie ook kreeftachtigen en heremietkreeften.

Cocoa-nut Crab • Palmendieb • Crabe des Cocotiers

Birgus latro.

< >