Een haaiesoort die in een goed zeewateraquarium niet zal ontbreken, is de hondshaai. Ook in Artis is altijd wel een aantal van deze fraai getekende vissen aanwezig.
Volgens vissers zijn het geduchte rovers die de zeebodem afschuimen en in grote aantallen speciaal op de visgronden danig huishouden. Zelfs als ze zijn gevangen, schijnen ze de eveneens in het net geraakte vissen nog te verslinden of verminken vóór de vissers kans hebben hun vangst binnenboord te halen. Het is in gevangenschap slechts enkele malen gelukt, onder meer in Artis, hondshaaien tot voortplanting te brengen. Evenals alle kraakbeenvissen produceren ze grote, door een taaie, hoornige schaal omgeven eieren. Aan de hoeken ervan zitten lange draadvormige aanhangsels waarmee de eieren aan obstakels in zee worden vastgemaakt. De moederhaai laat daartoe het ei voor een deel buiten haar lichaam komen – en daarmee twee van de dan nog slappe en ongeveer een meter lange draden. Zodra deze met zeewater in aanraking komen, beginnen ze zich in te rollen en te verstarren. Maar vóór het zover is, zwemt de moeder in nauwe kringen om een geschikt object zodat de draden er omheen worden gewonden. Blijven ze ergens haken dan wordt het ei vanzelf verder uit het moederlichaam getrokken, waarna ook de twee andere draden zich ergens vasthaken. Als de eieren na verloop van tijd zijn uitgekomen, blijven de taaie schalen nog lang intact. Ze spoelen dan dikwijls aan het strand aan, speciaal langs de kust van Frankrijk en Engeland. Langs ons strand zijn vooral de eischalen van roggen te vinden.
De geboorten in Artis ondervonden grote belangstelling, vooral omdat over de voortplanting in zee weinig bekend is. Veel wijzer werd men niet van de jongen; ze lagen apathisch op de bodem van hun bassin, vrijwel zonder zich te bewegen en zonder te eten. Pas na een paar weken begonnen ze rond te zwemmen en naar voedsel te zoeken – in hoofdzaak tegen de avond als het donker werd. Daar ze de ogen overdag vrijwel dichtgeknepen hielden en ze het licht dus kennelijk te fel vonden, mag men aannemen dat de diertjes in hun prille jeugd op vrij grote, duistere diepte in zee leven.
■ Totale lengte 60-100 cm; een nauwe verwant, de kathaai, wordt groter, tot 150 cm.
Rood- of geelachtig bruin met kleine onregelmatige donkerbruine vlekjes op rug en vinnen. Witte buik.
Voedsel: Voornamelijk op de bodem levende vissen, slakken, kreeftachtigen enz. Ook aas.
Gedurende aantal dagen steeds 2 eieren achter elkaar, in totaal 16-24. Hoornachtige schaal is 5-6 cm lang. Geen broedverzorging Eieren komen, afhankelijk van temperatuur, in 4-9 mnd. uit. Hoe warmer, hoe eerder.
Zie ook haaien en kraakbeenvissen.
Spotted Dogfish • Hundshai • Rousette
Scylliorhinus caniculus.