Het is verbluffend hoe snel de rage uit het begin van de jaren zestig om een goudhamster in huis te hebben, is geluwd. Ze worden nog wel gehouden, maar lang niet zoveel als toen.
Dat blijkt in de dierentuin waar er veel minder worden binnengebracht. Al die miljoenen exemplaren zijn vermoedelijk nazaten van een paar dieren die prof. S. Adler van de universiteit te Jeruzalem in 1926 tijdens een expeditie in Syrië vond. Hij kweekte ermee, stuurde tamme nakomelingen naar Engeland – en zette daarmee de lawine in beweging. Eerst waren het laboratoria, waar ze werden gekweekt, na 1950 raakten ze ‘in’ bij particulieren.
Begrijpelijk, want goudhamsters zijn alleraardigste knaagdiertjes die heel mak kunnen worden. In hun geboorteland wonen ze in streken met een droog vastelandklimaat, dus met grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht. Daar zijn het nachtdieren die de dag in een zelfgegraven hol van een tot twee meter diepte doorbrengen en bij avond voedsel zoeken, ’s Winters trekken ze zich in hun holen terug om te slapen en te eten van de voorraden die ze in de zomer en herfst hebben gehamsterd door de grote wangzakken vol te proppen en in de voorraadschuren te legen. In de natuur schijnen ze een moeilijk bestaan te hebben, gezien het feit dat ze zelden worden gevonden. Hun snelle voortplanting met vele nakomelingen wijst er al op dat een groot aantal te gronde moet gaan. Het klimaat in Europa is gelukkig niet van dien aard dat ze daar goed in het wild kunnen leven.
In Duitsland schijnen ze zich hier en daar te hebben ingeburgerd, maar van een plaag kan (nog) niet worden gesproken. In gevangenschap zijn het gemakkelijke dieren die met een eenvoudig – met metaal beslagen en met hooi gevuld – slaapkistje en wat voedsel tevreden zijn. Een paartje zal spoedig met een nest jongen op de proppen komen. Het is raadzaam de vader vóór de blijde gebeurtenis apart te zetten, gezien zijn kannibalistische neigingen. Goudbruin, aan buik lichter. Zijn al in verschillende kleuren gekweekt, o.a. wit, zilver, geel en gevlekt.
■ Totale lengte 15-18 cm; staart 1-2 cm; gewicht 75-150 gr.
Goudbruin, aan buik lichter. Zijn al in verschillende kleuren gekweekt, o.a. wit, zilver, geel en gevlekt.
Voedsel: Hoofdzakelijk plantaardig; schijnen ook insekten en ander dierlijk voedsel te eten. In dierenwinkels is kant-en-klaar voedsel te krijgen. Aanvullen met groente en fruit. Altijd fris drinkwater.
Draagtijd 16 dagen; 6-12 jongen; eten na 2 weken mee van vast voedsel; na 4 weken zelfstandig; na 7-8 weken zelf tot voortplanting in staat; beter is het te wachten tot ze 3 mnd. zijn.
Beste temperatuur 70 gr. F. Mannetje vriendelijker dan wijfje.
Golden Hamster • Goldhamster • Hamster doré
Mesocricetus auratus.