Heel vroeger had het damhert een groot verspreidingsgebied dat zich van Klein-Azië tot waarschijnlijk over vrijwel geheel Europa uitstrekte. De ijstijd verdreef het hert uit de noordelijke streken; slechts in Klein-Azië bleef het voortleven.
Hoe het vandaar later weer over Europa werd verspreid, is niet duidelijk. Vermoedelijk is de mens reeds vóór de middeleeuwen begonnen het terug te brengen. Mogelijk hebben terugkerende kruisridders er het hunne toe bijgedragen, speciaal ten behoeve van hun dames – vandaar dan de naam dam(es)hert. Een andere verklaring voor de naam is dat het hert als jachtdoel te min was voor de mannen, maar beter bij de jagende dames paste en daarom ‘le cerf des dames’ werd, het ‘hert der dames’. Als echt wild dier is het damhert hoogstwaarschijnlijk uitgestorven. Van het zeer nauw verwante Mesopotamische damhert, dat men ook als uitgeroeid beschouwde, is in 1957 in Mesopotamië een groepje teruggevonden. Hoeveel er van deze soorten leven, is onbekend; veel zullen het er niet zijn.
Het damhert is daarentegen thans wijd verspreid, zowel over Europa als Australië, Amerika, Noord- en Zuid-Amerika. Het leeft niet alleen in de befaamde hertenparken of -kampen van vele steden en dorpen, maar ook als jachtwild in de vrije wildbaan. In ons land leven ze op de Veluwe eveneens in volle vrijheid; daarnaast worden er velen in reservaten gehouden.
De bronsttijd duurt maar kort, ongeveer twee tot drie weken. Meestal wordt er één jong geboren, soms zijn het er twee en zelden drie. Jonge damherten, de prototypen van Bambi, zijn de lievelingen van het publiek. Mede daarom zal deze allerminst zeldzame hertensoort in weinig dierentuinen ontbreken.
■ Totale lengte 1,45-1,70 m; staart 15-18 cm; schouderh. 85-100 cm; gewicht bok 60-90 kg. Wijfje is kleiner, weegt 30-50 kg.
Zomervacht roodbruin met ronde witte vlekken. ’s Winters grauwbruin; vlekken zijn dan minder goed te zien. Soms andersgekleurde exemplaren, b.v. donkerbruine, met nauwelijks zichtbare vlekken.
Voedsel: Plantaardig.
Draagtijd ong. 8 maanden.
Gewei bok is na ong. 5 jaar op volle grootte en dan schoffelvormig.
Zie ook herten.
Fallow Deer • Damhirsch • Daim
Dama dama.
