Piraten encyclopedie

Arne Zuidhoek (2006)

Gepubliceerd op 16-03-2017

Huyssen, Coenraat van

betekenis & definitie

Coenraat van Huyssen van Gelderland. Adelborst. Edelman. Behoorde tot de eerste samenzweerders van VOC-schip Batavia, 1629.

Voor een goede uitvoering van de machtsovername zou men het luik van het soldatengat dichtspijkeren. Wat te doen met de commandeur? Van Huyssen: "Dan spring ik de kajuit in met de sabel in de vuist en dan ligt de commandeur gauw overboord." Het lag mede in zijn bedoeling het aantal opvarenden terug te brengen tot 120 willige mannen. Vormde na de stranding van het schip op een van de riffen van de Abrolhos-archipel met Rutger Fredericksz, G. van Welderen, D. Zeevanck en de Oosterlingen (Duitsers) Jan Hendricksz en Hans Jacobsz Heylwerck de "Raad". Selecteerde onder de meer dan 150 schipbreukelingen domineesdochter Judith voor dagelijks gebruik. Na toestemming van de dominee was, met de dood voor ogen, haar ja-woord af te persen. Op bevel van Cornelisz slopen zes beulen naar de tent van de predikant en vermoordden diens vrouw en jongere kinderen. Daarna bedreigden de moordenaars Judith met de dood als zij niet onmiddellijk bij haar "man" introk. "Het ging die avond heet toe," zei de dominee.

Probeerde de meer kordate schipbreukelingen, die onder leiding van de soldaat Hayes hun toevlucht op een naburig eiland hadden gezocht, met valse beloftes te paaien. De dominee, 3 september: "Wij roeiden naar het eiland en namen wat laken en wijn mee als lokaas, om tot de vrede te geraken. De grote hoop van de moordenaars en de vrouwen bleven op Batavia’s kerkhof. De geschenken werden uitgedeeld en de wijn geschonken, terwijl Jeronymus’ trawanten op en neer kuierden met de soldaten van Hayes, trachtend hen over te halen gemene zaak met hen te maken. Maar Hayes’ volk liet zich niet bedotten. Zij overrompelden de schelmen en namen de hoofdaanlegger gevangen. Slechts een ontsnapte [Jacob Pietersz]." "Verraad!" schreeuwde Cornelisz. Een harde vuist daalde neer op zijn mond en hij proefde de zoetheid van bloed door zijn bont en blauw geslagen lip. "Nee, vermoord me niet!" riep hij. Hayes beval hem te boeien. Voorlopig. Voor de anderen was geen genade. Cornelisz zag vol afgrijzen hoe hun lichamen na een laatste stuiptrekking verstijfden terwijl hun bloed het zand bevlekte. Zeevanck, Van Huyssen, Van Welderen en Cornelis Pietersz beten in dat zand van West-Allabi Eiland.

< >