Het begrip zweven heeft 27 verschillende betekenissen:
1) hangend van of steunend op een niet of nauwelijks zichtbare bevestiging de indruk wekken zich los in de lucht te bevinden of zich los door de lucht te bewegen; met een hulpmiddel zwevend in de lucht hangen of door de lucht gaan
2) zich onmerkbaar verplaatsen in de ruimte of in de tijd; zich onmerkbaar verspreiden in de ruimte of in de tijd;
3) op niets gegrondvest zijn
4) langzaam en vaak met een zigzaggende beweging door de lucht naar beneden vallen
5) denkbeelden koesteren die zover van de werkelijkheid staan dat ze onbegrijpelijk worden of niet in de praktijk omgezet kunnen worden; in vage, irreële begrippen denken; onrealistisch denken
6) zich in de lucht of in de ruimte voortbewegen, in de regel zonder eigen aandrijving maar onder invloed van iets van buitenaf, zoals luchtverplaatsing, thermiek, gering gewicht of afwezigheid van zwaartekracht; in de lucht drijven
7) lijken te drijven
8) bewegingen maken in de lucht, meestal onbestemde bewegingen, zonder bepaald doel
9) zich door de lucht verspreiden
10) zich zonder vleugelslag door de lucht bewegen, alleen gedragen op een stijgwind door de stilgehouden gespreide vleugels; zonder vleugelslag vliegen
11) een veranderlijke waarde hebben die schommelt rond een gemiddelde; in waarde schommelen
12) op een onbestemde, vage manier aanwezig zijn in de gedachten van de betrokkenen bij iets
13) in een onduidelijke, vage, voortdurend wisselende toestand zijn; nog alle kanten op kunnen
14) zich in een situatie bevinden die aanleiding geeft tot euforie; zeer gelukkig zijn
15) in een toestand van onbeslistheid verkeren bij het kiezen tussen mogelijkheden; nog niet besloten hebben
16) in of op water of een andere vloeistof drijven zonder te zinken
17) licht afwijken van de in het toonsysteem vastgelegde zuivere toon of samenklank; onzuiver klinken
18) zich met een sprong vanaf de begane grond enkele meters horizontaal door de lucht verplaatsen; over een redelijk grote afstand springen
19) in een andere, hogere, ijlere sfeer verkeren boven de materiële werkelijkheid, of althans die indruk wekken
20) door gunstige omstandigheden dermate euforisch worden dat men er zijn realiteitszin door verliest
21) mogelijk ophanden zijn; zich misschien zullen voordoen; mogelijk zijn
22) zo ver van de werkelijkheid verwijderd zijn dat het onbegrijpelijk is of niet in de praktijk kan worden gebracht; vaag zijn
23) zich met grote lichtheid en elegance over een vaste bodem voortbewegen, zodat het haast lijkt alsof men boven de grond zweeft
24) zich op een vage, niet precies waarneembare manier voor de zintuigen voordoen; vaag, onprecies waarneembaar zijn; ook: dan weer wel, dan weer niet waargenomen worden; soms wel, soms niet aanwezig zijn
25) met een horizontale sprong iets verwezenlijken; zwevend bewerkstelligen
26) zich bevinden in een vage, onprecieze, onduidelijke, niet-vaststaande, wisselende positie in of ten opzichte van iets
27) zich voordoen als beeld, als denkbeeld, als voorstelling aan iemand