kleine trekvogel met gevorkte staart.
kleine, veelal donkergevederde trekvogel met een witte buik en een diep gevorkte staart, die zeer wendbaar en vaak in groep door de lucht scheert om insecten te vangen, en de seizoenswisselingen in onze streken aankondigt door zijn vertrek in de herfst en terugkeer in de lente.
Voorbeelden:
Alphonse weet me te vertellen dat ze hier onlangs een geringde zwaluw hebben gevangen die uit België kwam.
Karel Jonckheere, Miniaturen, 1979
In de Kempen van mijn jeugd was de zwaluw een heilig dier. En dat niet alleen omdat hij schadelijke insecten (vliegen, muggen, kevers) ving of omdat hij een betrouwbare weerprofeet was.
De Standaard, 1996
In mei worden de zwaluwen [...] terug verwacht vanuit hun 7000 kilometer verderop gelegen overwinteringsplaats, achter de Sahara-woestijn.
Meppeler Courant, 1994
Ze bouwen hun bolvormige nesten het liefst onder dakranden en dakgoten [...]. Een zwaluwpaar brengt twee of drie broedsels groot. In deze periode vangt een zwaluw wel 9000 insekten per dag. Muggen, vliegen en bladluizen vormen 75 procent van hun voedsel.
Meppeler Courant, 1995
De toenemende hygiëne in en rond de stallen, industriële fokkerij, moderne gebouwen en het gebruik van pesticiden maken hedendaagse boerderijen minder geschikt voor onze zwaluwen. De achteruitgang van de zwaluwen heeft dus een dubbele oorzaak: het klimaat in broed- en overwinteringsgebieden en de verdwijning van het biotoop.
De Standaard, 1996
Onder het raam, dat nu weer vlak bij je is, het hoge voorbij gierende gepiep van zwaluwen.
J. Bernlef, Verbroken zwijgen, 2002
Vanuit het raam zag hij zwaluwen [...]. Ze vlogen hoog, wat erop wees dat het mooi weer zou blijven.
Fernand Auwera, Vliegen in een spinnenweb, 2001
Het beeld van grote groepen zwaluwen die zich verzamelen in september vooraleer ze de tocht aanvatten naar het zuiden is in onze streek verleden tijd.
http://users.pandora.be/de_buizerd/algemene_werking.htm