iemand van zestig jaar.
iemand die zestig jaar oud is; persoon met de leeftijd van zestig jaar.
Voorbeelden:
Onbegrijpelijk was het dat een zestigjarige zo tegen een man van vijftig jaar kon spreken.
J.M.A. Biesheuvel, De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, 1981
De oude kapitein heeft het voorkomen van een zestigjarige maar is in werkelijkheid 154 jaar (waarvan 91 als geest).
www.starspawn.com/foob/vreemdetijden/pdf/sns/S%26L1_8_verloren_zielen_screenversie1.pdf+barser=nl=UTF-8
Een twintigjarige heeft gemiddeld tussen de vijf en tien echt goede vrienden, een dertigjarige heeft er vier, een veertigjarige drie, een vijftigjarige twee, een zestigjarige één en zeventig-, tachtig- en negentigjarigen nul.
Ronald Giphart, Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid, 2002