Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

zaaitijd

betekenis & definitie

periode waarin men zaait.

periode waarin men pleegt te zaaien.

Voorbeelden:
Oost-indische kers, bontbladig (Tropaeolum 'Alaska') categorie kruiden [...]. Makkelijke eenjarige met bont blad. Bloemen, blad en jonge zaden zijn eetbaar. Alle delen zijn peperig van smaak. Zaaitijd april - mei.
http://www.denationaleproeftuin.nl/proeftuin/marktplaats/detail.asp?pg=1

Boeren die zelf geen of weinig duiven bezaten, zagen met lede ogen toe hoe een zwerm van een buurman op hun pas ingezaaide akkers neerstreek. Vooral in de zaaitijd was dit rampzalig. Dat zij er soms niet voor terugdeinsden om "onder andermans duiven te schiete " is dan ook te begrijpen.
http://www.postduiven.com/promotie/duivenbase/index.htm

Belangrijk is de snelle levering van zaaigoed, want de zaaitijd loopt over twee maanden af.
http://www.europarl.eu.int/home/default_nl.htm, 2001