Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

winters

betekenis & definitie

Het begrip winters heeft 3 verschillende betekenissen:

1) lijkend op de winter.
lijkend op de winter; de eigenschappen daarvan in zekere mate hebbend; winterachtig.

2) behorend tot de winter.
optredend, plaatshebbend, voorkomend, zich voordoend in de winter; behorend tot de winter.

3) karakteristiek voor de winter.
van een aard die kenmerkend is voor het genoemde in de winter; karakteristiek voor de winter; met een verschijningsvorm die typisch is voor de winter; als in de winter; als bijwoord: op een wijze die past bij of kenmerkend is voor de winter.