Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

winter

betekenis & definitie

Het begrip winter heeft 2 verschillende betekenissen:

1) het vierde van de vier jaargetijden.
het vierde en koudste van de vier jaargetijden, dat astronomisch gezien op het noordelijk halfrond begint rond 21 december en eindigt rond 21 maart en er, weerkundig beschouwd, duurt van 1 december tot en met 28 februari.

2) voorstelling van een winters tafereel.
voorstelling van een winters tafereel; schilderij of grafisch werk dat een winters tafereel of een winterlandschap voorstelt.