ter uitdrukking van het plotse, onmiddellijke of definitieve van iemands vertrek.
Voorbeelden:
'I have to be home by ten o'clock.' Weg is ze.
Janwillem van de Wetering, De doosjesvuller en andere vondsten, 1984
Een ferme handdruk en weg is de korfballer. Opgeslokt door een menigte uitbundige scholieren, verdwijnt hij voor even in de anonimiteit.
Meppeler Courant, 1994
Ze nam het zakje met de twee croissants en het stokbrood van me over en verdween ermee naar boven. Weg was ze.
Annie Van Keymeulen, Bas, 2000