beweging veroorzaakt door wat zich voortdurend en onregelmatig door elkaar of heen en weer beweegt of voortbeweegt.
Voorbeelden:
Aan de zoom van het struikgewas verscheen een donkere borstelige beer, bleef staan, snoof de wind op en liep dan door een gebied met korte heesters [...], op de voet gevolgd door zes biggetjes, die vlijtig, neus tegen staart, als olifantjes in de rij liepen, terwijl de blekere zeug, schichtig rondkijkend, de korte processie sloot. [...]. De kleintjes stormden in cirkels en ellipsen rond, over water en takken heen, in een warrelende beweging in mijn richting.
Erik Van Ruysbeek, De ark en de ratten, 1984