werkbij die de larven voedt.
jonge werkbij die in het nest, de kast of de korf de larven voedt; voedster.
Voorbeelden:
De voedsterbij wurgt een voedseldropje uit haar krop en zet dit af op de celwand dicht boven de larve, zodat de voedersapdruppel om de larve heen vloeit. De larve begint te vreten en beweegt zich daarbij met haar kop vooruit langsheen de celwand. Zo bereikt zij ook het voedersap dat oorspronkelijk achter haar was neergekomen. De hoofdbestanddelen van het voedersap zijn nectar en pollen.
http://konvib.eu/artikels/biologie-en-gedrag/1945-de-kinderkribbe.html