Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

viswinkel

betekenis & definitie

viszaak.

winkel waar vis, garnalen, schaaldieren e.d. verkocht worden; winkel waar men vis, garnalen, schaaldieren e.d. kan kopen; viszaak.

Voorbeelden:
De volgende verkoopformules voor viswinkels worden onderscheiden: 1. De viswinkel met traditioneel assortiment. In deze winkel of kiosk wordt voornamelijk het traditionele assortiment (nieuwe haring, gebakken vis, verse vis) verkocht en is consumptie ter plekke mogelijk; 2. De viswinkel- traiterie. Naast de verkoop van verse vis worden in dit winkeltype naar verhouding veel traiteursproducten (belegde broodjes, vissoepen, salades, schotels e.d.) aangeboden [...]; 3. De viswinkel met lunchroom of de eetviswinkel.
http://www.pvis.nl/

Aan de Clupea harengus, ook bliek genaamd, valt niet veel te verdienen in de Vlaamse vismijnen. Maar wel in de viswinkels en restaurants, tenminste als die haring daar maatje heet, per definitie Hollands is, geen twee jaar oud en seksueel nog niet actief. Het schuchter geschubd Noordzeekleinood kost bij de visboer al snel zestig frank per stuk.
De Standaard, 1996

Noordzeegarnalen verschillen niet alleen in kleur en grootte van de andere soorten die in de viswinkel worden aangeboden. Er is ook een duidelijk verschil in smaak en prijs.
http://home.planet.nl/~wtoering/garnaal/

Wat heel veel gebruikt wordt zijn natuurlijk de zeepieren en de zagers, maar wat in de wintermaanden heel vaak een groot succes is zijn de, in bijna elke viswinkel verkrijgbare, inktvisjes uit Amerika, de Calamares.
http://www.hengelsport.com/pub/?MIval=HS2_artikelen_zout=12

< >