iemand van vier jaar.
iemand die vier jaar oud is; kind met de leeftijd van vier jaar.
Voorbeelden:
In de kinderopvang wordt onderscheid gemaakt tussen dagopvang voor nul- tot vierjarigen en buitenschoolse opvang voor vier- tot dertienjarigen.
http://www.helmond.nl/stad/zorg/zorg.htm
De EPPE studie spitste zich vooral toe op de invloed van voorschools onderwijs op drie- en vierjarigen.
http://www.thuisblijfmoeders.nl/Leesvoer/Artikelen/nurserytalesnede.html, 8 juli 2004
Van de vierjarigen gaat 98 procent naar school, hoewel de leerplicht begint bij vijf jaar.
http://www.bredeschool.net/frames/n123.htm, 28 augustus 2001
De vader vraagt de vierjarige: 'Heb jij hem geslagen?' en als de vierjarige dan ja-knikt, zegt de vader: 'Goed zo, doe het nog een keer.'
Arnon Grunberg, De mensheid zij geprezen, 2001
Hoewel de grootste instroom de vierjarigen betreft, dus de kinderen die voor het eerst naar school gaan, is er ook elk jaar enige instroom in hogere leerjaren.
http://www.aloysiusschool.nl/, augustus 2001