Eppe
Zie Ebe
Van Dale Uitgevers (1950)
v., (plantk.) 1. een moesplant (Apium graveolens), gewoonlijk selderie en ook wel juffrouwmerk geheten. 2. in de Graafschap ben. voor de blaartrekkende boterbloem (Ranunculus sceleratus). 3. wilde eppe, ben. voor de peterselie en voor de hondspeterselie.
M. J. Koenen's (1937)
v. (schermbl. plant, selderij; ook wel: juffrouw-merk, blaartrekkende boterbloem): wilde eppe, a) peterselie, b) hondspeterselie; de kleine watereppe, Lat. berula angustifolia.
Dr. L.M. Metz (1937)
Selderie, soms ook peterselie. De Grieken tooiden de overwinnaars bij de spelen op de landengte van Corinthe met eppe. Men sprak vroeger van „versierd met eppe en klimop” of van „kransen van eppe en mirthebladeren” en van den „eppekroon”, „versierd met eppenloof en wingerdranken’ ’.De naam wilde...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m., (plantkunde), 1. (ook: juffrouwmerk), ben. voor selderij; 2. wilde ben. voor peterselie en hondspeterselie.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: