Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

vennoot

betekenis & definitie

handelscompagnon; aandeelhouder.

iemand die deel uitmaakt van een vennootschap of maatschap; aandeelhouder in een vennootschap; handelscompagnon; compagnon; associé; soms ook: rechtspersoon of andere vennootschap die deel uitmaakt van een vennootschap of maatschap.

Voorbeelden:
Iedere vennoot moet in de vennootschap een inbreng doen, die kan bestaan in geld, in natura of in nijverheid. In ruil voor deze inbreng bekomt de vennoot aandelen.
http://www.notare.be/watnot.htm#h1, 2003

Wilt u een vennootschap oprichten, dan moet u een aantal beslissingen nemen die van belang zijn voor uw statuut bij de RVA. Eerste beslissing is of u alleen vennoot (= aandeelhouder) wenst te zijn of ook bedrijfsleider (= zaakvoerder of bestuurder) van de vennootschap.
http://www.journalist.be/node/741

De netto winst die de vennoten straks kunnen verdelen, zal waarschijnlijk zo'n zeshonderdduizend gulden bedragen.
NRC, 1994

De functie van vennoot kan zowel door een natuurlijk persoon vervuld worden als door een venootschap of rechtspersoon (bijvoorbeeld een b.v., n.v., stichting of vereniging).
http://www.kvk.nl/download/Formulier-10-inschrijving-vennoot_tcm109-365597.pdf