stuk varkensvlees.
dun, langwerpig stuk vlees dat wordt uitgesneden uit de rug van een varken, aan de binnenkant van het karkas; varkenshaas.
Voorbeelden:
Bestrooi de varkenshaasjes met zout en peper en doe ze in de hete boter.
NRC, 1994
Onder een stolp lagen haar gestoofde varkenshaasjes, haar zwezerik en haar lever.
Manon Uphoff, Alle verhalen, 2003
We moesten in Nederland, zei hij eens in een interview, van het beeld af dat de Nederlandse horeca alleen maar bestaat uit een varkenshaasje met een vettige roomsaus.
NRC, 1994