Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

uithof

betekenis & definitie

bij een klooster behorende hoeve.

bij een klooster of abdij behorende, maar daarbuiten, op het platteland gelegen hoeve, die min of meer als centrale dependance dienstdeed en vanwaaruit de landerijen van het klooster of de abdij bewerkt en bestuurd werden, aanvankelijk door de monniken zelf, later door lekenbroeders en nog later door pachtboeren; agrarische hofstede van een klooster of abdij; voorwerk.
Als soortnaam vooral nog als historische term, maar als eigennaam nog volop in gebruik en bekend, zoals in De Uithof als naam voor de Utrechtse universiteitscampus en een mulitfunctioneel Haags sportcentrum.

Voorbeelden:
Een uithof is een grote kloosterboerderij waarop in het begin de monniken zelf het werk deden. Later, toen de monniken zich meer met geestelijke zaken bemoeiden terwijl het aantal ook terugliep, werden lekenbroeders aangesteld. Dezen hoorden wel bij het klooster maar hoefden zich niet te houden aan de strenge regels van het klooster. Zij deden ook meestal het zware werk in de kloosters of op de kloosterboerderijen. Rond 1500 is ook dat stadium gepasseerd en worden de oude uithoven verhuurd aan gewone boeren. Omdat deze uithoven grote aantallen pondematen land bezaten, werd het land meestal verhuurd aan meerdere boeren.
https://www.hvnf.nl/2000/03/van-kloosteruithof-tot-schapenboerderij/, 1 maart 2000

De oudst bekende bewoners van Schiermonnikoog zijn de lekebroeders van het cisterciënzer klooster Claercamp in het Friese Rinsumageest, die zich er in de middeleeuwen vestigden. Schiermonnikoog was een 'uithof', een soort agrarische nederzetting van dit klooster. Aan deze monniken ontleent het eiland zijn naam: 'schier' betekent grauw, naar de kleur van hun pijen; 'oog' is eiland.
http://www.waterland.net/npschierm/

'De uithoven waren in feite grote, rationeel geleide ondernemingen. Het is de vraag of de lekenbroeders altijd het werk deden,' vertelt Mol. 'Ik heb meer het idee dat het managers waren, die zelf weer allerhande mensen in dienst namen. Er is in de bronnen ook regelmatig sprake van "broodetende lieden", die blijkbaar het brood van de abdij aten en dus in dienst waren.'
https://noorderbreedte.nl/2001/04/01/klooster-aduard-een-luxe-instituut/, 1 april 2004