Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

uitbaten

betekenis & definitie

exploiteren.

iets beheren om het productief of winstgevend te maken; exploiteren.
Met als object een bezit, recht, dienstverlening, productiefaciliteit of bedrijf.

Voorbeelden:
OPG, dat tevens 137 apotheken in Nederland uitbaat, verdiende de eerste helft van dit jaar 40,1 miljoen euro.
Het Parool, 2002

De Antwerpse touroperator VTB , die tot de Duitse TUI-reisgroep behoort, verhuist zijn reiskantoor [...]. Die verhuis kadert in een centralisatie van de reiskantoren die TUI uitbaat.
Gazet van Antwerpen, 2001

Geregeld verwijst hij naar steunbetuigende e-mails en telefoontjes van klanten van dit bedrijf, dat onbemande tankstations uitbaat.
Haagsche Courant, 2002

Sexta Avenida is een winkelcentrum voor de betere merken. Het bestaat voor ruim 60% uit zelfstandige ondernemers, die er een winkel uitbaten.
De Telegraaf, 2010

Hieronder vindt U een overzicht van de winkeliers die een winkel uitbaten in Winkelcentrum Mensfort.
http://www.mensfort.nl/winkel.htm