Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

tiptop

betekenis & definitie

prima.

prima, uitstekend; in orde.

Voorbeelden:
'Hoe zag die man eruit?' vroeg Blok. 'Recht als een kaars,' snikte vadertje, 'geen spetje, geen smetje, alles tiptop.'
Willem Brakman, Een weekend in Oostende, 1982

Tiptop gekleed in zwarte leren jas betrad de coach de grasmat.
NRC, 1994