Wat is de betekenis van tiptop?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

tiptop

prima. prima, uitstekend; in orde. Voorbeelden: 'Hoe zag die man eruit?' vroeg Blok. 'Recht als een kaars,' snikte vadertje, 'geen spetje, geen smetje, alles tiptop.' Willem Brakman, Een weekend in Oostende, 1982 Tiptop gekleed in zwarte leren jas betrad de coach de grasmat. NRC, 1994

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

tiptop

1) (1906) (< Eng.) fijn, uitstekend; van de bovenste plank. • Hij was steeds keurig gekleed, zelfs bij Januarihitte. ‘Tiptop-gentleman’ noemden hem zijn vrienden en wanneer bij bijzonder feestelijke gelegenheden de halve bevolking van het dorp ‘aan de spree’ raakte, wist hij het decorum te bewaren. (Groot Nederland....

2024-03-28
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

tiptop

1. fotostudio van een keten, waarvan de eerste in de Kalverstraat te Amsterdam was gevestigd, die met het reclamewoord tiptop hun snel vervaardigde pasfoto’s aanprees: We hadden beter naar een tip-top kunnen gaan. Daar klim je desnoods op een bloementafeltje en roets, het is gebeurd, V. MARXVELD 82;2. foto uit zo’n studio: Ik ben benieu...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Tiptop

[Eng. = bovenste beste, eerste klas, prima] bn van de bovenste plank; onberispelijk, keurig (bijv. gekleed).