Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

tijdgenoot

betekenis & definitie

iemand uit dezelfde periode.

iemand die in dezelfde periode leeft als een andere persoon of groep van personen.

Voorbeelden:
Een stimulerende kijk op het artistieke milieu waaruit hij voortkwam, krijg je in het Prinsenhof in Delft waar onder de titel Delftse meesters - Tijdgenoten van Vermeer een tachtigtal schilderijen bijeengebracht werden.
De Standaard, 1996

Hij was profeet en vertegenwoordiger van de hoogrenaissance want in zijn schilderijen uit de jaren 1480-1490 was hij zijn tijdgenoten reeds lang voorbij en had hij de verworvenheden van de vroege renaissance wat betreft techniek en expressieve kracht overtroffen.
http://users.pandora.be/websthetica/webstheticaDAV.htm

Voor historisch letterkundigen zijn de pamfletten erg boeiend. De pamfletten geven vaak de kijk van een tijdgenoot op bepaalde historische gebeurtenissen. Al is het niet zo dat deze kijk ook de algemene mening weergeeft.
http://members.lycos.nl/pamflet/pamflet.htm

Bruckner was met zijn hoogstpersoonlijke symfonische oeuvre altijd vooral een eenling, een merkwaardig muzikaal incident in de late 19de eeuw, door veel tijdgenoten met gêne aangehoord.
NRC, 1995

Wie dacht dat wij, nuchtere tijdgenoten van een eeuw waarin de klok niet meer tikt maar digitaal functioneert, aan deze eeuwwende geruisloos zouden voorbijgaan, heeft het verkeerd voor.
De Standaard, 1997