Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

thuisspelend

betekenis & definitie

op eigen terrein spelend.

op het eigen veld of in de eigen sporthal spelend; een thuiswedstrijd spelend.
Vrijwel altijd in combinatie met een zelfstandig naamwoord of een eigennaam.

Voorbeelden:
Eveneens thuisspelend op zaterdag was Meppel 2. Zij verloor met 3-5 van het derde team van BC Assen.
Meppeler Courant, 1994

Het eerst genoemde team is thuisspelend en begint aan de wedstrijd en zorgt voor een bal.
http://www.wasmeer.nl/TheWinner/Pdf/20060828.pdf, 28 augustus 2006

< >