Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

thuishulp

betekenis & definitie

Het begrip thuishulp heeft 2 verschillende betekenissen:

1) zorghulp aan huis.
hulp die in het kader van sociale zorgverlening wordt geboden aan thuisverblijvende zorgbehoevenden zoals zieken, gehandicapten of bejaarden, onder meer op het vlak van de dagelijkse verzorging of huishoudelijk werk.

2) iemand die thuiszorg verleent.
iemand die voor zijn beroep of als vrijwilliger helpt bij de verzorging van thuisverblijvende zorgbehoevenden, vooral bij de dagelijkse verzorging en bij huishoudelijke werkzaamheden; iemand die thuiszorg verleent.

< >