Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

thuishonk

betekenis & definitie

Het begrip thuishonk heeft 3 verschillende betekenissen:

1) thuisplaat bij honkbal e.d..
honk waarvan een speler of speelster van een honkbal-, softbal- of kastieploeg die aan slag is, na de bal geraakt te hebben vertrekt en dat hij of zij na een omloop langs de overige drie honken weer moet zien te bereiken om een punt te scoren; thuisplaat.

2) gezelligheidsruimte.
ruimte, vertrek of gebouw waar de leden of supporters van een sportclub, van een sportploeg, van een vereniging e.d. elkaar ontmoeten of met elkaar, vaak om de gezelligheid, verblijven; gezelligheidsruimte.

3) plaats van vestiging of herkomst.
plaats waar iets (een bedrijf, een vereniging e.d.) gevestigd is; ook: plaats waar iemand woont of (oorspronkelijk) vandaan komt; plaats van vestiging of afkomst.
Vaak met de bijgedachte dat men daar thuishoort, dat men zich daar thuis voelt.