seconde straftijd in een sportwedstrijd.
seconde straftijd die aan een speler of sporter wordt opgelegd bij een overtreding van de regels van de wedstrijd en die doorgaans wordt verrekend door bijtelling bij de prestatietijd.
Voorbeelden:
De deelnemer mag zelf weten of hij aan de linker- of aan de rechterkant van het eerste vat begint. De bedoeling is dat hij een cirkel om elk vat rijdt. De tijd tussen het moment dat het paard met zijn neus over de startlijn is, en het moment dat zijn neus over de finishlijn is, wordt gemeten met behulp van een electronisch oog (mits beschikbaar). Gooit een combinatie een vat om, dan worden er vijf strafseconden bij opgeteld.
http://www.paardennieuws.be/index.html
Als je schijf buiten het speelveld terechtkomt is deze out-of-bounds. Je mag dan niet verder spelen met deze schijf. Als je er voor gekozen had, om een reserveschijf mee te nemen, mag je met deze verder spelen, vanaf de plaats waar de schijf het speelveld verliet [...]. Het kan gebeuren dat je een geworpen schijf niet terug kunt vinden. In dit geval mag je verder spelen met je reserveschijf (als je die nog hebt) en krijg je tien strafseconden.
http://www.frisbeesport.nl/NFB/onderdln/infoblad.htm, 2001
Beslissingen koerscommissarissen: Vanzella (Ita): 20 strafseconden voor langdurige beschutting; Bottaro (Ita): 10 strafseconden voor afduwen.
De Standaard, 1996