iemand die sport.
iemand die aan sport doet, voor zijn beroep of uit liefhebberij; sportbeoefenaar.
Voorbeelden:
Sportorganisaties constateren dat steeds meer mensen met een handicap besluiten te gaan sporten. Ook het Nationaal Fonds Sport Gehandicapten (NSFG) merkt de toename in het aantal sporters.
http://www.do.nl/nieuwsklok/w0215.htm, 2002
In Nederland mag een sporter die bij een bond is aangesloten geen individuele sponsers hebben.
De Standaard, 1996
Bromantan verdoezelt het gebruik van andere verboden middelen en tijdens de Olympische Spelen in Atlanta werden er enkele sporters op betrapt.
De Standaard, 1996
'Omdat het leren mij gemakkelijk afgaat hoop ik voldoende tijd over te houden om ook als sporter te presteren'.
Meppeler Courant, 1994
Een sporter die aan de top staat blijft ook trainen om er volgend jaar weer te staan.
Meppeler Courant, 1996
Jonge sporters zijn extra kwetsbaar omdat hun lichaam nog in volle ontwikkeling is.
http://www.redcross.be/nl/vooru/voru2142.htm