sporter
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
iemand die sport. iemand die aan sport doet, voor zijn beroep of uit liefhebberij; sportbeoefenaar. Voorbeelden: Sportorganisaties constateren dat steeds meer mensen met een handicap besluiten te gaan sporten. Ook het Nationaal Fonds Sport Gehandicapten (NSFG) merkt de toename in het aantal sporters. http://www.do.nl/nieuwsklok/w0...
Wiktionary (2019)
sporter - Zelfstandignaamwoord 1. beoefenaar van een sport ♢ Enkele sporters werken in de fitnessruimte aan hun conditie. Woordherkomst Naamwoord van handeling van sporten met het achtervoegsel -er Verwante begrippen atleet
Jan Luitzen (2009)
(de; -s) 1 SP-iem. die aan sport doet, syn. sportbeoefenaar 2 (NGF-dopingreglement) - degene die gaat deelnemen, deelneemt of deel heeft genomen aan een onder auspiciën van de NGF georganiseerde wedstrijd en/of lid is van, dan wel aangesloten is bij de NGF, dan wel een bij de NGF aangesloten rechtspersoon. • De ‘betrokken sporter' is de speler die,...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: