Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

smakkerd

betekenis & definitie

kus.

kus; zoen.

Voorbeelden:
Voor mij stapt Hendrik, hij schalt, opgepast een diepe plas! En vlak daarna 't geplons van Korneel, zie je wel, mor ik, waarom koos je nou precies dit paadje uit? Er zijn overal plassen lacht Hendrik, en om het goed te maken, een smakkerd in m'n nek, en arm in arm tevreden verder, zo erg nat is Korneel nu ook weer niet.
Elisabeth Marain, Het tranenmeer, 1979

< >