slordig persoon.
iemand die slordig is, met name in zijn of haar kleding, gedrag of werk.
Voorbeelden:
Een student die zich ergens thuis voelt, kan soms slordig zijn en laat wel eens zaken rondslingeren. Studenten veronderstellen dat het poetspersoneel hier geen aanstoot aan neemt. Een spontane babbel met een al te grote sloddervos kan onnodige ergernissen vermijden.
http://www.kuleuven.ac.be/huisvesting/pdf/brochures/charterwoc.pdf
Hij leek me niet onsympathiek, een beetje een sloddervos. Zijn roomse boord zat maar aan één zijde vast, zijn broekspijpen geleken twee tegen elkaar aanleunende kermistrekzakken.
Greta Seghers, Het blauwe meisje en de andere kleuren van de verschrikking, 1983
Mijn dochter is een vreselijke sloddervos. Zij slaapt in onze oude twijfelaar, die ze heeft veranderd in een uitdragerij. Haar bed ligt vol knuffels, extra kussens, stripboeken, tekenvellen, stickers – ik wil allang niet meer weten wat.
Ewoud Sanders, Nooit meer uitslapen: kleine kroniek van het moderne gezinsleven, 2001