Wat is de betekenis van sloddervos?

2025-02-12
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

2025-02-12
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-12
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

sloddervos

slordig persoon. iemand die slordig is, met name in zijn of haar kleding, gedrag of werk. Voorbeelden: Een student die zich ergens thuis voelt, kan soms slordig zijn en laat wel eens zaken rondslingeren. Studenten veronderstellen dat het poetspersoneel hier geen aanstoot aan neemt. Een spontane babbel met een al te grote sloddervos k...

2025-02-12
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

sloddervos

(17e eeuw) slordig gekleed persoon; iemand die er haveloos uitziet. Reeds aangetroffen in ‘De vol-geestige Werken van S. van Rusting’ (1685-1698): “Een sloddervos, als gy, moet by sulk volk niet komen.” In de 17e eeuw sprak men ook van ‘slodderhoosjes’, ‘slenters’ en ‘morsebellen’. Vgl. bo...

2025-02-12
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sloddervos

sloddervos - zelfstandig naamwoord uitspraak: slod-der-vos 1. wie erg slordig is ♢ hij ruimt niets op, die sloddervos Zelfstandig naamwoord: slod-der-vos de sloddervos de sloddervossen...

2025-02-12
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sloddervos

s., rompslomp, robbedoes, rûsbroek, rûzebroek, rûchhouwer.

2025-02-12
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-02-12
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLODDERVOS

m. en v. (-sen), iem. die slordig gekleed is, slordig is in zijn handelingen; slons.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-12
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sloddervos

m., v. sloddervossen (uit slordevod? slordig iem., slons).