Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

sigarettenaansteker

betekenis & definitie

aansteker voor sigaretten.

Voorbeelden:
De vuursteentjes uit de moderne sigarettenaanstekers bleken te bestaan uit Mischmetal waarin zeldzame aardmetalen als cerium en lanthaan voorkomen naast magnesium, zink en vooral ijzer.
NRC, 1994

Sony levert sinds enkele weken de Netwerk Walkman, met typeaanduiding NW-E3. Het apparaat is zo klein als een sigarettenaansteker en hij weegt maar een ons of drie.
Drentse Courant, 9 oktober 2000

Helga kon zeggen dat haar sigarettenaansteker was gestolen, hoewel die voor haar op tafel lag. Of ze kon vertellen dat ze net een stevige wandeling had gemaakt, hoewel ze aan een invalidenwagentje was gekluisterd.
NRC, 1994

Een kwikthermometer, een spuitbus met haarlak, aanmaakblokjes voor de barbecue, een laptop computer, een spuitbus met muggenverdelger, een sigarettenaansteker... Allemaal gewone huis-, tuin- en keukenvoorwerpen, maar in het vliegtuig kunnen deze heel gevaarlijk zijn.
http://www.minbuza.nl/SubSites/wor2001website/index.htm

Keurig in aparte vakjes ondergebracht wachtten lipsticks, parfums, een kanten zakdoekje met een monogram, een sigarettenaansteker en een gouden sigarettendoos, een poederdoos en vier flesjes met gekleurde pillen op de roodnagelige vingers van mevrouw De Gaai.
Tessa de Loo, De meisjes van de suikerwerkfabriek, 1984

< >